Wie of wat heeft jou geïnspireerd? Het is een lang verhaal
met heel veel zijwegen. Ik ben begonnen met fotografie, als
autodidact. Ten tijde van het college, hadden we een vak 'Media'. We
moesten toen kortfilmpjes maken en al experimenterend ontdekte ik
voeling met beeld te hebben.
Daarna heb ik heb de vierjarige opleiding van master visuele kunst
gevolgd, optie 'regie, fictie'. Dus de klassieke manier van filmen,
met een scenario, de acteurs, de regie. Ik had al wel een idee om
ooit documentaires te maken, maar ik wou de grondslagen van cinema
onder de knie hebben. Tijdens mijn studies was ik wel nog volop aan
het fotograferen. Met veel fotoreportages over de Amazone, Brazilië,
Columbia en daar heb ik ook mijn eindwerk gedraaid. Een soort
experimentele film, zeer visueel, over een zoektocht naar water, want
op dat moment was de Amazone heel droog. Mijn film is goed onthaald
geweest en ik ben opgepikt door een reclamebureau, die met mij
uiteindelijk reclamespots zou draaien.
Nadien, in 2007, ben ik naar Afghanistan gereisd. Ik stond toen in
contact met heel veel journalisten, die daar aan het werk waren. Ik
had hun boeken gelezen en ik kende hun werk wel, 9/11 was ook net
gebeurd en Afghanistan was echt een hot topic in die jaren. Ik wilde
dat land leren kennen, maar had geen scenario voor ogen. Ik wist ook
niet dat ik er een film wilde draaien, eerder foto's maken en het
land ontdekken. Ik heb heel veel ngo's en organisaties aangeschreven,
zoals het Rode Kruis, Caritas, heel veel ontmijningsorganisaties en
hen uitgelegd : ‘ik ben beginnend fotograaf, zonder bagage, zonder
ervaring en eigenlijk ook filmmaker. Zien jullie het zitten om me mee
te nemen naar jullie projecten en mij daar rond te leiden, te gidsen
en te vervoeren? In ruil maak ik foto's, die jullie dan gratis kunnen
gebruiken voor jullie organisatie.’ Er zijn een 5-tal ngo's tussen
2005 en 2008 op in gegaan en in 2008 zat ik zelfs met het Amerikaans
leger, aan de frontlinie dichtbij de Pakistaanse grens.
Eind 2008 had ik heel veel voor die ngo's gefotografeerd. Al die
kleine verhalen over de overleving van de kinderen, hun dromen en
fantasieën, en het eerste contact met het Amerikaans leger; dat
waren de basiselementen. Die heb ik aangewend in het script. Dan is
het idee gegroeid om daarover een complete film te draaien.
Aanvankelijk een kleine film, met een kleine crew, die snel zou klaar
zijn. Het is echter snel een groter project geworden. Afghanistan
bleek veel complexer dan oorspronkelijk gedacht. De 3 jaar werden er
snel 8. Zo is “The
Land of the Enlightened” gegroeid.
Je wist nog niet als kind dat je later films wou maken?
Nee, eigenlijk niet. Mijn vader is wel architect en heeft altijd
gebouwen ontworpen met veel licht, met veel glas. We zijn vaak op
reis geweest , Frankrijk vooral, en hij fotografeerde veel rond dat
thema. Dat heb ik van hem opgepikt maar hij heeft me nooit echt leren
fotograferen of op een ander manier naar dingen kijken. Dat heb ik
echt zelf ontdekt; hoewel ik denk dat ik het artistieke wel van mijn
vader heb. Hij heeft veel ideeën, veel fantasie, creëert veel, net
zoals mijn zus. Zij heeft beeldende kunst gedaan.
Heb je intussen al toekomstplannen, nieuwe documentaires?
Ik ben volop aan het schrijven aan een nieuwe film. Er zijn veel
voorstellen van producenten en regisseurs, die willen samenwerken aan
nieuwe films in Afghanistan. Zeker, het is een zeer intens, boeiend
land, ik heb er veel levenservaring opgedaan. Maar er zijn ook nog
veel andere even interessante oorden. De laatste tijd ben ik
voornamelijk in Oekraïne actief, samen met een aantal Oekraïense
documentairemakers. We draaien momenteel een testproject voor Canvas,
ter voorbereiding van een groter project aldaar. Het gaat over 2
opgroeiende broers uit de Karpaten, die naar het front in
Oost-Oekraine worden gestuurd. De film belicht de psychologie tussen
hen en hun veranderde leven. Het is een waar gebeurd verhaal en ze
leven nog altijd. Ik denk dat het opnieuw een docu-fictie wordt, een
beetje zoals Afghanistan.
Hoe zijn de reacties op “The Land of the Enlightened”?
Gisteren was er een éénmalige voorstelling in de Roma in Antwerpen,
en ondanks geprogrammeerde voorstellingen in Gent en Antwerpen, zat
de zaal van 500 man verbazend bomvol. Opmerkelijk! Ik heb ook het
gevoel dat mensen er fel voor of tegen zijn. Sommigen tegenstanders
kunnen zich niet vinden in het documentaire van de film; terwijl het
wel de dromen en het verhaal zijn van die kinderen. Anderen, zoals op
festivals, zijn volledig mee. De film première in Sundance
gaf veel lof over de docu-fictie aanpak, terwijl Berlijn heel lang
twijfelde om de film te programmeren, om de film uiteindelijk te
schrappen wegens een zgn. 'manipulatieve ondertoon'.
De film kent een interessant parcours. Gedurende een 2de lange
fase van festivals, stel ik de film voor. Vanaf morgen vertrek ik
naar Sheffield, naar Rusland, Washington, naar München, Canada,
Ierland, Melbourne...Daartussen zijn er nog festivals in Polen, Nieuw
Zeeland, Slovakije enz. In Augustus plan ik terug te keren, om de
film te laten zien aan de Afgaanse acterende kinderen. Via een soort
mobiele cinema. Ze hebben de film nog niet gezien. Ze begrepen niet
echt wat we daar toen deden, er is nl. geen elektriciteit, dus geen
tv, noch bioscoop. Bewegend beeld is heel abstract voor hen. We
gebruikten echte filmcamera's, geen digitale, we konden dus ook de
beelden toen niet afspelen. Ze dachten eerst dat de camera een wapen
was. Anderzijds creëert het wel een zekere natuurlijkheid, omdat zij
de ensceneringen niet snapten. Ze waren zichzelf, ze toonden hoe ze
in hun dagelijks leven zijn. Het kwam er voor ons op aan om het
juiste moment er uit te capteren en die natuurlijkheid proberen aan
te sturen. Dat heeft zijn voordelen, het is een organische, spontane
werkwijze, met veel geduld en veel feeling.
Heb je een boodschap voor de jeugd? Welke keuzes moet je
maken? De dingen waar je echt in geloofd en die je belangrijk
vindt, die moet je volgen. Het is niet altijd eenvoudig. Zoals
die 8 jaar in Afghanistan. Nu is het leuk, met veel aandacht en
publiciteit, maar ik kan je verzekeren, er zijn enorm veel
twijfelmomenten geweest. Donkere periodes, zoals in 2013, bij overval
door de Taliban, die al ons materiaal meenamen en vernielden, sommige
crew leden waren gewond en moesten geëvacueerd worden. De
producenten wilden ermee kappen en gewoon een film maken van de
bestaande beelden, de recuperatie- en voorbereidingsshots. We hadden
nog maar één week gedraaid en de rest zou opvuld worden met
animatie. We komen van ver, vanuit moeilijke periodes. Ik had
problemen met mijn vriendin, met mijn familie, ze begrepen me niet
meer. Ze verklaarden mij voor zot om zoveel jaren mijn leven te
riskeren, zonder de uitkomst te kennen, zonder zicht op het einde. Ik
dacht:'Nee, ik heb hier al zo veel jaar gespendeerd, ik wou die film
echt maken, op de manier dat ik voor ogen had.' Ik heb antwoorden
en concrete voorstellen moeten geven aan de productie. Zo had de film
kans op slagen. Ondanks de onzekerheid, Afghanistan is een
onvoorspelbaar moeras, en ik wist niet hoe het zou lukken. Je drijft
door, je bent koppig en het gaat lukken. Het had op een flop kunnen
uitdraaien. Gelukkig niet! Maar het is wel een lange weg geweest. Dit
is het risico van kunstenaars?!
Ik blijf erbij, eens zelf overtuigd, volg je gevoel. Vertel wat
een meerwaarde heeft, en ga er dan voor. Het lijkt abstract maar het
loont wel.
Belg zijn is dat belangrijk? Ben je fier om Belg te zijn?
Ik ga altijd zeggen dat ik Belg ben, maar niet iedereen weet waar
België ligt. Het is een klein landje in Europa en ik heb geen
nationalistisch gevoel. Dat is waarschijnlijk ons karakter. Het
opsplitsen van Vlaanderen en Wallonië vind ik belachelijk. We
leerden over de geschiedenis van de film in Vlaanderen, met nochtans
ook grote regisseurs aan de andere kant van de taalgrens. Grote
voorbeelden, die ook naar festivals in Berlijn en Cannes gaan. Waarom
moet dat allemaal zo gescheiden worden? Vlaanderen is al zo klein.
Ook Flanders Image en hoe we uitpakken met de Vlaamse film in Cannes;
het heeft te maken met ons communautair systeem, maar voor mij hoeft
dat niet. Het is belachelijk dat we zo weinig kruisbestuiving hebben
tussen de verschillende gemeenschappen.