maandag 13 april 2015

Commandant Peter Ramboer

Aan de ingang van het hoofdkantoor van Defensie in Evere word ik begroet door Commandant Peter Ramboer van de Marine. Door een wirwar van gangen en trappen word ik naar de Afdeling van de Marine geloodst. In zijn kleine kantoortje licht ik hem mijn top-belgen blogspot toe. Ik laat, ongewild, enkele grote namen vallen. Peter Ramboer schrikt er een beetje van.

Oei, Karina, ik denk niet dat ik in het rijtje van deze toplui pas”. Ik stel hem gerust, je hoeft geen naam en faam te hebben om een top belg op mijn blogspot te zijn. Toch protesteert hij nog even: “Ik hou niet erg veel van personen verheerlijking. De geschiedenis staat vol van mensen die op een voetstuk geplaatst werden en er nadien afvielen. Ik zie mezelf ook helemaal niet als een topfiguur.” Als ik hem vertel dat ik via zijn getuigenis voor Dream bij hem terechtgekomen ben, geraakt hij toch op dreef.

Mijn getuigenis voor Dream is natuurlijk bedoeld om jongeren kennis te laten maken met Defensie en de jobs bij de Marine. Door de afschaffing van de dienstplicht komen jongeren niet meer op een natuurlijke manier in aanraking met Defensie. Een dagje jongeren meenemen op de werkvloer helpt een beetje om deze kloof te dichten. Op die dag zal ik proberen om alle jobs die ik bij de Marine deed, te illustreren. Ze starten dan als matroos op een klein bootje, om te eindigen als Commandant van een oorlogsschip! Ik sta er eigenlijk altijd versteld van hoe jongeren geïmponeerd kunnen zijn door de rang die je bekleed in een organisatie. Ik ben nu fregatkapitein bij de Marine en zit daarmee al tamelijk hoog in de hiërarchie van het leger. Toen ik enkele jaren geleden Commandant van onze vaarschool was, wees een medewerker me erop dat de jonge studenten misschien wel een beetje bang waren, wanneer de grote baas hen zelf af en toe navigatielessen gaf op zee. Wel die grote baas was ik, terwijl ik mezelf zag als een student tussen de studenten. Mensen kleuren zo onbewust de autoriteit van een leider, terwijl het in de werkelijkheid allemaal zeer relatief is. Vandaag ben ik verantwoordelijk voor het personeelsbeleid van de Marine. Dat is geen gemakkelijke opdracht omdat we met het leger al een tijdje aan het besparen zijn en de middelen om te rekruteren de laatste jaren fel gekrompen zijn. Toch blijft Defensie een zeer aantrekkelijke werkgever. Je kan er voor een zeer brede waaier aan jobs terecht, op alle beroepsniveaus, van arbeider over ploegbaas tot manager en dit aan zeer goede voorwaarden.
© Peter Ramboer

Zelf ben ik al op mijn vijftiende bij Defensie terechtgekomen, als leerling van de Koninklijke Cadettenschool. Eigenlijk waren we helemaal niet zo militair gezind thuis. Op een dag kondigt mijn broer aan dat hij het ingangsexamen voor de Cadettenschool wil doen. Ik volgde hem naar het examen, maar wist eigenlijk niet zo goed waarover de school ging – er bestond toen ook nog geen internet, hé! Mijn broer en ik waren wat aan het lummelen op een schommel, toen mijn vader – zelf postbode – thuiskwam met de examenresultaten. Ik was geslaagd, mijn broer, die de zaak in gang gestoken had, niet. Zo ben ik aan mijn militaire loopbaan begonnen, als piepjonge kerel in een mooi uniform aan een prestigieuze school in Laken, die onderwijs van de bovenste plank bood. We hadden er les van 8 uur ’s morgens tot halfzes ’s avonds. We zaten op internaat en kwamen uit alle delen van het land. Vrije woensdagnamiddagen bestonden niet. Op het programma stond heel veel wiskunde, Nederlands, Frans en alle andere klassieke vakken. We hadden ook vijf uur sport per week. Als je onvoldoende punten haalde – wat meer dan eens gebeurde – bleef je in de studie tot half tien. Een deel van de schoolvakantie werd aan militaire activiteiten gewijd, maar daarnaast moesten we bij voorbeeld ook verplicht een zomerkamp doen als begeleider van jongeren. In het laatste jaar was er de traditionele danscursus, waar we, via een affiliatie met een meisjescollege (pas enkele jaren nadien werden ook meisjes toegelaten aan de Cadettenschool), de klassieke dansen aangeleerd kregen. Hilarisch was de eerste les met deze meisjes. We werden in twee rijen tegenover elkaar opgesteld en op het startsein spurtten de jongens om er een meisje uit te kiezen. Ik vond dit eerder wansmakelijk, rende niet met de grote groep mee en moest het doen met wat overbleef. Hetzelfde gevoel overvalt me nu soms nog wanneer mensen op het perron een trein bestormen om het beste plaatsje te veroveren. Hoewel ik mijn danspartner best aantrekkelijk vond, was ik nog niet mans genoeg om deze jonge vrouw te imponeren. Soms bleven we met enkele Cadetten afwezig op de dansles om Brussel te verkennen. Met militaire discipline werden we klaargestoomd voor het ingangsexamen officier aan de Koninklijke Militaire School. Het klinkt misschien wat eng, maar eigenlijk waren we behoorlijk fier en hadden we ook heel veel plezier.
Als leerling-officier koos ik voor een opleiding aan de Hogere Zeevaartschool. Zo kwam ik tijdelijk onder het militaire juk vandaan. Wat volgde waren fantastische studentenjaren in Oostende en Antwerpen. Eens afgestudeerd kwamen we bij de vaarschool van de Marine terecht voor een specifieke opleiding aan boord van onze marineschepen. Vijfentwintig jaar later werd ik zelf directeur van deze school … .

Het leukste bij de marine is uiteraard het werken op zee. Ik ben Commandant geweest van het oceanisch onderzoeksschip Belgica, mijn beste opdracht tot nu toe. De Belgica vaart onder militaire vlag met dito bemanning en bestrijkt een onderzoeksgebied van midden Noorwegen tot Noord Marokko. Het schip vaart bijna 200 dagen per jaar. Het heeft elke week een andere ploeg wetenschappers aan boord uit binnen- en buitenland. Door mijn tijd aan boord van de Belgica, ben ik anders naar de zee en de oceaan gaan kijken. Professoren legden ons uit wat de oorsprong van de stromingen in de oceanen is, andere wetenschappers legden het leven in zee bloot. We waren geprivilegieerde toeschouwers van de door Belgische geologen ontdekte moddervulkanen voor de kust van Marokko. Dit was mijn absolute topjob. Als commandant van een schip, heb je en een grote verantwoordelijkheid, maar geniet je ook van een grote vrijheid. Voor het eerst kan je je kennis en ervaring ten volle laten spelen Je draagt voor het eerst de eindverantwoordelijkheid over een hele groep mensen, een project, een hoop dure instrumenten en een schip.

Heb je ook echt militaire dingen gedaan?
Jazeker. Toen ik nog maar net gehuwd was, nam ik deel aan een uitwisselingsprogramma bij de Britse Royal Navy. Met het fregat AVENGER en BATTLEAXE ondernamen we, net na de val van de Berlijnse muur, een diplomatieke missie naar de Zwarte Zee. Het was de eerste keer sinds lang dat Westerse militairen op Russische bodem kwamen. Op het Britse fregat was er geen Russische tolk. Toen we aanmeerden speelde ik even tolk door Duits (nou ja) te praten met een Russische kolonel. Mijn Britse kameraden trokken hun ogen wijd open. De kleine Belg bleek plots van goudwaarde. Toen we naar Georgië voeren werden we de toegang tot de haven ontzegd. Oproer in de straten van Potami zorgde voor een te onveilige situatie. Men had overigens schrik dat de saluutschoten die we zouden afvuren, zouden kunnen geïnterpreteerd worden als echte schoten, met alle gevolgen van dien. Later op die reis ontmoette ik prins Charles, toen we het Koninklijk Jacht Britannia escorteerden. Terug in België, nam ik met het Belgisch fregat WIELINGEN deel aan een embargo operatie voor de Iraakse kust. We moesten er beletten dat het regime van Saddam Hoessein zich herbewapende via de zee. Enkele jaren geleden was ik Eerste Officier van het fregat Louise-Marie, dat in de Indische Oceaan de strijd aanbond met Somalische piraten. Op die missie redden we 7 vissers van de dood, nadat hun vaartuig gekapseisd was. We arresteerden ook één piraat, die momenteel zijn straf uitzit in België.

Niettemin ben ik zeer vreedzaam ingesteld. Ik ben blij dat op het logo van de Belgische Defensie “Voorrang aan Vrede” prijkt. Militair geweld moet absoluut slechts een ultiem middel zijn om de toestand te normaliseren en veiligheid voor de burgers te brengen. De Belgische militairen worden trouwens alom geprezen tijdens hun interventies in het buitenland. Op de een of andere manier is de Belg het oorlogsleed uit de beide Wereldoorlogen niet vergeten en wanneer we zelf in oorlogsgebied de vrede herstellen of handhaven, hebben we begrip voor de moeilijke omstandigheden waarin een burgerbevolking op dat moment leeft.”
© Peter Ramboer

Heb je een speciale boodschap voor de jeugd?
Probeer iets te zoeken waar je je hele leven lang gelukkig kunt in zijn. Geld is daarin een slechte drijfveer. Kinderen volgen vaak de weg van de ouders. Kinderen van musici worden zelf musicus, van politici, zelf ook politicus. In mijn tijd was je een beetje voorbestemd om een bepaald job te doen, maar vandaag zijn er minder beperkingen. Ga met andere woorden je eigen weg en werk hard om te komen waar je wil zijn.”

Wat zijn je toekomstplannen?
Zoals vele generatiegenoten besteed ik heel veel tijd aan mijn job. Mijn vrije tijd gaat in de eerste plaats naar mijn familie – daar hebben ze wel recht op door mijn vele afwezigheden. Ik zou graag ooit een boek schrijven. Dat zou gaan over 'het leven, hoe de wereld in elkaar zit, wat de drijfveren van de mensen zijn in hun dagelijkse doen en laten? Ooit fiets ik ook de wereld rond samen met mijn vrouw. Bijna overal ter wereld leven mensen in veel minder gunstige omstandigheden dan wij. We hebben allen min of meer dezelfde ambities. De reis zou een levensles op zich zijn.

Wat zouden we moeten veranderen in België? Mijn antwoord zal in tijden van verandering een beetje vreemd klinken, vrees ik. We zijn de Belgen met een zeer complexe achtergrond, laat ons vooral deze eigenschap niet verliezen. Het trekt er vaak niet op hoe het hier allemaal aan elkaar hangt, maar laat ons er voor zorgen dat we toch een beetje in onze wanstaltigheid blijven. Met krakkemikkige structuren kan je natuurlijk niet efficiënt besturen, maar langs de andere kant mag de efficiëntie niet regeren over België. Ik verafschuw en verafgood Belgische compromissen. Het vinden van een oplossing die werkt, maar toch een beetje krom is, daar zijn we goed in. We mogen vooral niet zwart-wit denken. Laat ons niet te rationeel worden zoals in Nederland, maar lekker warmbloedig gecompliceerd blijven, echter zonder dat we er iemand bij benadelen. In dat opzicht erger ik me wel een beetje aan de slechte luchtkwaliteit in onze steden. Meer de fiets op en inzetten op elektrisch vervoer in de stad behoren tot de mogelijkheden vandaag.

Tot slot nog een woordje over de vermeende problemen tussen Vlamingen, Walen en Brusselaars. We verschillen zeker van elkaar, maar laat ons het Belg-zijn niet verleren, want anders gaan we het vroeg of laat weer uitvinden.


dinsdag 7 april 2015

Jean-Jacques Cassiman, Belgian researcher and Professor human genetics

© Jean-Jacques Cassiman
Bent u fier om Belg te zijn? Ja, al zijn we minder talrijk dan in andere landen, toch presteren we op vele vlakken heel goed, ook in mijn domein. De universiteiten en het onderzoek in België functioneren op een hoog niveau. Het gebrek aan een nationaal gevoel ligt vooral aan onze geschiedenis: België bestaat nog maar een 200 jaar, ervoor bestonden we niet als politieke entiteit. Ofwel zaten we onder Franse invloed of onder Nederlandse of Spaanse of een andere... In de huidige politieke situatie en ook dit is voor een deel historisch gegroeid, is het makkelijker om te zeggen: “ik ben Vlaming”. Uiteindelijk betekent dit allemaal niet zo veel. Ik denk dat er ook veel Belgen zich eerder Europeaan dan Belg voelen, dat is volgens mij trouwens een positieve evolutie.


Kunt u iets meer vertellen over uw achtergrond? Genetisch onderzoek lijkt me een heel ruim domein te zijn?! Ik heb een opleiding gevolgd als arts en als tweedejaarsstudent ben ik per toeval in een laboratorium in Leuven geraakt, dat onderzoek deed naar erfelijkheid. Het was toen nog voornamelijk onderzoek rond chromosomen. Dit domein kende over de jaren een belangrijke evolutie, als je ziet wat er tegenwoordig allemaal met DNA, genetica, erfelijkheid gebeurt. Mijn onderzoek hield zich vooral bezig met het ontrafelen van wat er allemaal plaatsvindt in de cellen. Hoe zij functioneren op basis van de DNA informatie en hoe dat ervoor zorgt dat de cellen zich al dan niet normaal gedragen. Waarom en hoe er afwijkingen en ziektes ontstaan bij embryo's en trachten een verklaring te vinden voor al die erfelijke aspecten, die je als ziekte of als afwijking kent.


© Jean-Jacques Cassiman
© Jean-Jacques Cassiman













Wist u reeds vroeg dat u dit werk zou doen? Op het einde van mijn humaniora heb ik wetenschappen gekozen en meer bepaald geneeskunde omwille van het maatschappelijk nut, zoals zieke mensen helpen. Op het einde van het 2e jaar werd me tijdens een lijkschouwing gevraagd of ik nog wat tijd overhad om in een labo te werken. In dit labo zou ik de rest van mijn leven doorbrengen. Toen was dit het prille begin van genetisch onderzoek, we waren samen slechts met 3 à 4 wetenschappers en technici. Toeval is voor mij altijd doorslaggevend geweest. Ik heb veel beslissingen genomen, omdat er zich een nieuwe kans voordeed. Veel mensen aanvaarden het toeval niet, plannen en controleren liever alles zelf. Uiteindelijk kan er intussen wel iets gebeuren, dat potentieel veel interessanter is. Het kan dan al je plannen in de war sturen, maar uiteindelijk boeiender zijn dan het geplande.


Wat zou je als boodschap willen meegeven aan de jeugd? Zorg ervoor dat je niet blijft hangen onder je kerktoren, laat het toeval een rol spelen en doe wat je graag doet, in overeenstemming met jouw aanleg en kwaliteiten . Iedereen heeft talent voor iets specifiek. Zorg dat je die optimaal tot hun recht laat komen. Je stelt ook vast dat mensen, die doen wat ze graag doen, gelukkiger zijn.


Wat kan er volgens u nog verbeterd worden in België? Het meest fundamentele, dat ons op dit ogenblik overkomt, is de zesde staatshervorming, die zo snel mogelijk goed moet beëindigd worden. Niet omdat ik er principieel voor of tegen ben, het is een democratisch genomen beslissing, maar omdat het momenteel een heleboel problemen creëert en de zaken compliceert o.m. op het vlak van volksgezondheid. Soms moeten veel te veel ministers samenkomen, waardoor het vaak te lang duurt voor er een juiste beslissing wordt genomen en uitgevoerd.


© Jean-Jacques Cassiman